Interventie in het onderwijs: praktische tips voor effectieve aanpak 

leestijd: 4 minuten

Interventies zijn een krachtig hulpmiddel in het onderwijs, maar hoe zet je ze effectief in? Aan de hand van praktische tips en voorbeelden kijken we naar het belang van en de verschillende soorten interventie.

Wereldwijs

Wat is een interventie in het onderwijs?

Een interventie is een gerichte actie om een specifiek doel te bereiken, zoals het verbeteren van gedrag, prestaties of het welzijn van leerlingen. Denk aan maatregelen zoals het aanpassen van lesmethoden of het tijdelijk anders organiseren van de klas. Interventies kunnen schoolbreed, in de klas of op individueel niveau worden ingezet, afhankelijk van de situatie en de behoefte van de leraar en leerlingen.

Waarom is interventie belangrijk?

Elke leerling is uniek en interventies maken het mogelijk om onderwijs af te stemmen op individuele behoeften. Het tijdig inzetten van interventies helpt problemen zoals leerachterstanden, gedragsproblemen of emotionele uitdagingen te voorkomen of te verminderen.

Wat werkt goed als interventie?

Differentiatie: Bied extra ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben, of geef uitdagendere opdrachten aan gevorderde leerlingen.

Tip: Gebruik verlengde instructie voor leerlingen die extra uitleg nodig hebben, en geef snellere leerlingen uitdagende verdiepingsopdrachten. Ook kun je met je school een workshop differentiëren volgen, zoals die van Buro Schoolwerk.    

Gerichte feedback: Geef regelmatig specifieke, positieve feedback en laat leerlingen reflecteren op hun eigen werk. Dit bevordert groei en zelfvertrouwen.    

Tip: Plan individuele feedbackmomenten in na opdrachten, waarbij je gericht ingaat op concrete verbeterpunten.  

Soorten interventies: primaire, secundaire en tertiaire preventie

Primaire preventie: Problemen voorkomen 

Primaire preventie richt zich op alle leerlingen en is bedoeld om problemen te voorkomen voordat ze ontstaan. 

Voorbeelden van primaire preventie: 

  • Effectief klassenmanagement: Een goed georganiseerde klas zorgt voor rust en structuur. Dit kun je doen door duidelijke regels op te stellen, routines te creëren en je klas fysiek zo in te richten dat beweging en interactie gestroomlijnd verlopen. 

Tip: Start elke les met een vast ritueel, zoals een korte check-in met de klas, om voorspelbaarheid en rust te bevorderen. Wil je meer tools om klassenmanagement effectief toe te passen? Kijk dan eens naar deze cursus Klassenmanagement – De Basis.  

  • Sociale en emotionele leerprogramma’s: Programma’s zoals Taakspel helpen leerlingen om sociale vaardigheden te ontwikkelen en zelfregulatie te versterken.  

Tip: Bouw korte reflectiemomenten in je lessen in waarin leerlingen hun sociale interacties kunnen bespreken of evalueren.  

Secundaire preventie: Ingrijpen bij risicoleerlingen 

Secundaire preventie richt zich op leerlingen die een verhoogd risico lopen op probleemgedrag. 

Een voorbeeld van secundaire preventie: 

Emotieschalen: Laat leerlingen dagelijks aangeven hoe ze zich voelen (bijvoorbeeld via een simpele schaal van 1 tot 5). Dit geeft je inzicht in hun emoties en stelt je in staat om vroegtijdig in te grijpen bij negatieve gevoelens. Gebruik deze methode om snel te zien wie extra aandacht nodig heeft, en organiseer bijvoorbeeld korte gesprekken om escalaties te voorkomen. 

Tip: Heb je soms te maken met heftige emoties bij leerlingen, ouders, collega’s of jezelf? Denk dan eens aan een training ‘Emotieregulatie en mediation op school‘.  

Tertiaire preventie: Individuele interventies voor complexe problemen 

Tertiaire preventie is gericht op individuele leerlingen met specifieke en vaak complexere problemen. 

Voorbeelden van tertiaire preventie: 

  • Zelfcontroleprogramma’s: Help leerlingen met het ontwikkelen van strategieën om beter om te gaan met impulsief gedrag of frustratie. Dit kan bijvoorbeeld door het aanleren van ontspanningstechnieken of het toepassen van stappenplannen om kalm te blijven.  

Tip: Werk samen met ouders en eventueel externe specialisten om een consistent plan te maken voor zowel school als thuis.

  • Individuele gedragsplannen: Stel maatwerkplannen op voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. Dit kan variëren van het aanpassen van taken tot specifieke beloningssystemen voor positief gedrag.  

Tip: Houd regelmatig evaluatiemomenten in je planning om te controleren of het plan effectief is, en pas aan waar nodig. 

Een voorbeeld van interventie: Dyslexie in de klas

Leerlingen met dyslexie hebben vaak moeite met lezen en schrijven, wat invloed kan hebben op hun prestaties bij verschillende vakken. Hier zijn enkele effectieve interventies die je kunt inzetten: 

  • Audioboeken en voorleessoftware: Gebruik audioboeken of software zoals Kurzweil of Voice Dream Reader, die teksten voorlezen, zodat leerlingen de inhoud kunnen begrijpen zonder gefrustreerd te raken door het lezen zelf.  

Tip: Bied leerlingen de keuze om opdrachten zowel schriftelijk als mondeling te maken, zodat ze hun ideeën kunnen uiten zonder dat lezen en schrijven hun belemmert. 

  • Extra tijd en ondersteuning bij lezen en schrijven: Geef leerlingen met dyslexie extra tijd voor opdrachten en toetsen. Zorg ook voor hulpmiddelen zoals letterkaarten of visuele organisatoren om hen te ondersteunen bij het structureren van hun gedachten.  

Tip: Laat leerlingen oefenen met spelling en grammatica via visuele en kinesthetische methoden, zoals het vormen van letters met klei of het volgen van letters met hun vinger in zand. 

Hoe weet je wanneer je welke interventie moet inzetten?

De keuze voor de juiste interventie hangt af van de specifieke behoeften van je leerlingen en de situatie in de klas. Het begint met het observeren van gedragspatronen en leeruitdagingen. Zodra je een patroon herkent, kun je hulp inschakelen bij het bepalen van een passende interventie. 

  • Overleg met schoolinterne specialisten: Bespreek je observaties met de intern begeleider, zorgcoördinator of remedial teacher. Zij hebben vaak ervaring met verschillende interventies en kunnen je helpen om een plan op maat te maken. 
  • Gebruik van onderwijsadviesbureaus en netwerken: Schakel externe ondersteuning in via onderwijsadviesbureaus of via samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Zij kunnen je voorzien van trainingen en richtlijnen voor effectieve interventies. 
  • Maak gebruik van online tools en databases: Platforms zoals Kennisnet bieden databanken met bewezen interventies die je kunt filteren op basis van het probleem. Hierdoor kun je snel zien welke aanpak het meest effectief kan zijn voor jouw situatie. 
  • Scholing en cursussen volgen: Wil je je kennis verdiepen? Overweeg dan het volgen van een scholing of cursus specifiek gericht op gedragsmanagement of leerproblemen zoals een opleiding van LOI ‘Leer- en gedragsproblemen‘. 

Effectieve interventies zijn gebaseerd op individuele situaties en worden ondersteund door de juiste informatie en begeleiding. Door nauw samen te werken met specialisten en gebruik te maken van beschikbare tools en scholingen, kun je gericht en effectief interventies inzetten die bijdragen aan het succes van je leerlingen.