Grenzen, wensen en consent op de basisschool

leestijd: 5 minuten

Het aangeven en vragen naar grenzen en wensen, ofwel consent begint al op de basisschool. Het kan lastig zijn om deze skills op een goede manier aan te leren aan je leerlingen. Vroeg geleerd is oud gedaan, dat geld hier ook, maar hoe leer je leerlingen in het primair onderwijs over consent?   

Consent is het vragen aan iemand anders of je die persoon mag aanraken, bijvoorbeeld voor een knuffel of kus. Deze vorm van communiceren is van belang om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Niet alle leerlingen zijn zich bewust van de grenzen en wensen van zichzelf of een ander. Het is belangrijk dat ze leren om bij zichzelf te onderzoeken waar hun eigen grenzen en wensen liggen. Ook is het belangrijk voor jou en je leerlingen om te beseffen dat dit kan verschillen per persoon. Het vragen van consent is van belang om een veilig schoolklimaat te creëren. 

Tip: Consent begint bij jou als leerkracht, vraag jij wel eens consent aan je leerlingen? Draag uit wat je probeert over te brengen aan je klas. Vraag bijvoorbeeld eerst aan je leerlingen of ze het goed vinden als je ze optilt, een knuffel geeft of op schoot zet.  

Grenzen en wensen in de klas  

Het is belangrijk om een veilige sfeer te creëren in de klas. Dit kun je doen door leerlingen de ruimte te bieden om vragen te stellen over intimiteit, relaties of fysiek contact. Daarbij kun je het aangeven van grenzen en wensen samen met ze oefenen. Stimuleer positief gedrag, bijvoorbeeld als een leerling aangeeft liever geen knuffel te willen. Grijp dan ook in bij negatief gedrag, dus als de leerling toch wordt geknuffeld. Leg dan uit dat het belangrijk is om te luisteren naar elkaar en grenzen te respecteren. Beoordeel hierbij meisjes en jongens op dezelfde manier, ongeacht heersende normen over ‘meisjesdingen’ en ‘jongensdingen’.   

Voorbeeld: Lieke geeft Mayo een knuffel en Mayo begint te huilen. Ze had al een paar keer gezegd dat ze geen knuffel wilde. Als leerkracht neem je beide even apart en ga je met ze in gesprek. Vraag hoe het gaat met Mayo en troost haar zo nodig. Als zij wat meer op haar gemak is, open je het gesprek. Je legt aan Lieke uit dat het belangrijk is dat ze luistert naar de grens van Mayo, ook als de knuffel lief bedoeld was. Betrek Mayo bij dit gesprek, zodat ook zij hoort dat haar grenzen gerespecteerd zouden moeten worden. Zorg ervoor dat Lieke dit begrijpt en ‘sorry’ zegt tegen Mayo.

Leer meer over het geven van seksuele vorming op de basisschool en het creëren van een veilige sfeer in de klas met deze scholing van Rutgers.   

Oefenen met consent in de les

Consent oefenen in de les kan je aanpakken met de volgende oefening.

Stap 1: introductie.

Verdeel de leerlingen in tweetallen of doe de oefening klassikaal. Leg uit dat het altijd belangrijk is om eerst te vragen of je iemand mag aanraken, bijvoorbeeld wanneer je iemand een knuffel wilt geven. Bespreek daarna wat de beste reactie is als de ander het niet wil of niet reageert. Bij twijfel of geen reactie: niet doen! Het is ook belangrijk om te bespreken hoe je respectvol reageert als iemand ‘nee’ zegt, bijvoorbeeld door te zeggen: “Dank je dat je het aangeeft.”

Stap 2: oefenscenario’s.

Laat de groepjes aan de slag gaan met verschillende scenario’s. Elk groepje heeft een ‘vrager’ en een ‘ontvanger’. De ‘vrager’ stelt een vraag, zoals: “Mag ik je een knuffel geven?” De ‘ontvanger’ kan ja of nee zeggen, of aangeven dat hij/zij twijfelt. Laat de leerlingen oefenen met op een goede manier reageren.

Stap 3: reflectie.

Na de oefening is het belangrijk om gezamenlijk te reflecteren. Laat de leerlingen in hun groepjes of klassikaal bespreken hoe ze zich voelden tijdens de oefening. Stel vragen als:

  • Hoe voelde het om een vraag te stellen of te beantwoorden?
  • Was het moeilijk om ‘nee’ te zeggen of om ‘nee’ te horen?
  • Welke gevoelens kwamen naar boven toen iemand twijfelde of niet meteen reageerde?
  • Wat zou je in het echte leven doen in zo’n situatie?

Geef de leerlingen de ruimte om hun gedachten en gevoelens te delen en benadruk dat er geen goed of fout antwoord is. Deze reflectie helpt leerlingen om zich bewuster te worden van hun eigen grenzen en die van anderen, en geeft hen de kans om te leren van elkaars ervaringen.

Stap 4: verdieping.

In de de lagere groepen is deze oefening vaak voldoende. Met oudere leerlingen kan je de oefening uitbreiden door een open gesprek te voeren over grenzen en wensen, ook in contexten buiten de les. Je kan bijvoorbeeld vragen naar hun eigen ervaringen met het aangeven van grenzen. Hoe reageren ze als iemand hun grenzen niet respecteert? Wat vinden zij lastige situaties? Betrek ook de online wereld erbij: hebben ze wel eens te maken gehad met iemand die te persoonlijke vragen stelde of om een foto vroeg? Bespreek manieren om online grenzen aan te geven, zoals door duidelijk ‘nee’ te zeggen, iemand te blokkeren of hulp te vragen bij een vertrouwd persoon.

Stichting Sexmatters heeft een scholing ontwikkeld waar je meer leert over het positief in gesprek gaan over seksualiteit, bekijk de scholing hier.    

Hoe ga je om met incidenten in de klas?

Als er grenzen worden overschreden in de klas is het van belang dat je daar als leerkracht goed mee omgaat. Bij kleine incidenten is een open gesprek met de betrokken leerlingen vaak voldoende. Heb je te maken met een groter incident, dan kan het handig zijn om gebruik te maken van ‘het vlaggensysteem’. Een aantal criteria voor het vlaggensysteem zijn;   

  • Toestemming; Is er toestemming gevraagd en gegeven?   
  • Vrijwilligheid: Is er sprake van een vorm van dwang?   
  • Gelijkwaardigheid: Is er sprake van een machtsverhouding of een groot verschil in leeftijd?  
  • (Seksuele) ontwikkeling: Past de handeling bij de ontwikkelfase van de leerling?   
  • Context: Past het gedrag bij de context waar het gebeurt?   
  • Impact: Is het gedrag schadelijk voor een leerling of een ander?  

Op basis van deze criteria plaats je een situatie bij één van de vier vlaggen.

  • Groen: gezond seksueel gedrag, passend voor alle betrokkenen.
  • Geel: grensoverschrijdend seksueel gedrag, een grens wordt overschreden.
  • Rood: Ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  • Zwart: Zwaar grensoverschrijdend seksueel gedrag.

Door het plaatsen van het incident bij één van de vlaggen, wordt duidelijk wanneer extra stappen nodig zijn. Bij de gele vlag is het van belang om het gesprek aan te gaan met de betrokken leerlingen, zoals in het voorbeeld van Lieke en Mayo. Bij de rode en zwarte vlag moeten er vaak verdere stappen ondernomen worden. 

Met deze scholing van het Lock leer je meer over het vlaggensysteem en de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren.   

Consent, en daarmee het vragen naar grenzen en wensen zijn van belang bij een gezonde (seksuele) ontwikkeling. Jij kan daar als leerkracht het verschil in maken door consent actief uit te dragen, bespreekbaar te maken, te oefenen in de klas en goed om te gaan met mogelijke incidenten. Zo creëer je een veilige en respectvolle leeromgeving waar jouw leerlingen centraal staan. 

Bron: seksuelevorming.nl