De digitale wereld ontwikkelt zich razendsnel, daarom zijn er door SLO voor het eerst (concept)kerndoelen voor digitale geletterdheid vastgesteld. Als leerkracht kun jij je leerlingen helpen om hierin mee te groeien. In dit artikel leggen we de veranderingen uit en delen we vier praktische tips om jouw klas digitaal slim te maken!
Herken je dat leerlingen soms meer lijken te weten van TikTok of AI dan jij? Hoe zorg jij ervoor dat ze die vaardigheden echt goed inzetten voor hun toekomst?
Digitale geletterdheid gaat verder dan simpelweg weten hoe je moderne tools en apparaten gebruikt. Het gaat om vier belangrijke pijlers: ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardigheden en computational thinking. Leerlingen moeten niet alleen technologie kunnen bedienen, maar ook probleemoplossend kunnen denken met behulp van technologie. Ze moeten kritisch kunnen omgaan met informatie en digitale media. Volgens de nieuwe SLO-kerndoelen moeten deze vaardigheden onderdeel worden van het reguliere curriculum, zodat leerlingen voorbereid zijn op de toenemende digitale samenleving.
Voor het eerst zijn er door SLO conceptkerndoelen voor digitale geletterdheid vastgesteld die van toepassing zijn op het primair onderwijs, de onderbouw van het voortgezet onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Aankomend schooljaar begint een fase waarin deze doelen worden getest en verder afgestemd met andere leergebieden, waarna ze ter goedkeuring aan de Kamer worden voorgelegd. Voor het po wordt verwacht dat leerlingen al vroeg vertrouwd raken met technologie, bijvoorbeeld door het gebruik van tablets en interactieve leerplatformen. In het vo gaan de kerndoelen verder door een koppeling te maken met vakken zoals wiskunde, natuurkunde en zelfs geschiedenis. Zo leren leerlingen digitale tools te gebruiken om problemen op te lossen en informatie te analyseren.
De nieuwe kerndoelen in een notendop:
ICT-basisvaardigheden: Dit gaat om de technische en operationele vaardigheden die nodig zijn om met digitale technologieën om te gaan. Denk aan het bedienen van apparaten, werken met software en het begrijpen van digitale basisprincipes.
Informatievaardigheden: Leerlingen leren hoe ze informatie kunnen zoeken, selecteren, beoordelen en verwerken. Dit omvat het kritisch omgaan met informatiebronnen, het onderscheiden van betrouwbare en onbetrouwbare informatie, en het toepassen van informatie in de juiste context.
Mediawijsheid: Dit domein richt zich op het bewust, kritisch en actief omgaan met media. Leerlingen leren hoe media werken, hoe ze media-inhoud kunnen interpreteren en creëren, en hoe ze ethisch verantwoord kunnen deelnemen aan de mediawereld.
Computational thinking: Dit houdt in dat leerlingen problemen leren oplossen door gebruik te maken van computergestuurde technieken. Ze leren denken in stappen, patronen herkennen, gegevens structureren en simpele programma’s of algoritmes maken.
Het is heel begrijpelijk dat het een uitdaging kan zijn om digitale geletterdheid in de klas te integreren. Veel leerkrachten en docenten hebben het gevoel achter de feiten aan te lopen door de snelheid waarmee jongeren zich navigeren in de digitale wereld. Bovendien kost het aardig wat tijd en ruimte om zo’n belangrijk en breed onderwerp te introduceren in de lessen. Toch zijn er eenvoudige manieren om alvast effectief met digitale geletterdheid aan de slag te gaan.
Met deze stappen kun je digitale geletterdheid op een gestructureerde en effectieve manier in je klas integreren, en je leerlingen voorbereiden op de digitale toekomst. Door klein te beginnen, gebruik te maken van landelijke initiatieven, computational thinking te introduceren en jezelf bij te scholen, geef je je leerlingen de vaardigheden die ze nodig hebben om succesvol te navigeren in een digitale wereld.