Wat in Den Haag bedacht wordt, laten landen in de schoolpraktijk. Geen gemakkelijke opgave, maaronder andere met behulp van combibaners, die de helft van de week werkzaam op het ministerie zijnen de andere helft op school, heeft het ministerie van OCW de afgelopen jaren grote stappen gezet. Belangrijke onderwerpen krijgen zo sneller de aandacht die nodig is. Zoals op het gebied van professionalisering en strategisch HRM.
De kloof verkleinen tussen politiek en de maatschappij. Dat is waar geschiedenisdocent Anne van Meer en schoolleider Onno Hoekstra zich als combibaners mee bezighouden. Hun kennis uit de praktijk nemen ze mee naar het ministerie. Belangrijke onderwerpen worden zo sneller op de kaart gezet. “We geven gevraagd en ongevraagd advies vanuit ons eigen perspectief”, vertelt Onno. “Voordat beleidstukken naar buiten komen, zijn wij vaak al geconsulteerd. Zodat het op de juiste manier opgeschreven wordt.” Niet geheel onbelangrijk, met de uitdagingen waar het onderwijs voor staat in het achterhoofd.
Strategisch HRM-beleid
“Een van de problemen in het onderwijs is dat we veel starters hebben die stoppen, maar ook dat het moeilijk is om genoeg studenten op de opleidingen te krijgen. Dat heeft natuurlijk alles te maken met perspectief”, vervolgt Anne die onderwijsprofessionalisering in haar portfolio heeft. “Hoe ziet je loopbaan eruit? Wat zijn de mogelijkheden binnen het onderwijs? Ik denk dat heel veel mensen het beeld hebben dat als je leraar wordt, je de rest van je leven voor de klas staat. Het is aan ons de taak om de aantrekkelijkheid van het beroep op de kaart te zetten. Er zijn zoveel meer mogelijkheden. Veel scholen hebben dit echter nergens vastgelegd.
”Vandaar nu ook de aandacht voor strategisch HRM-beleid op scholen, waarin ruimte is om veel meer na te denken over de lange termijn. Als in: wat heb je nodig om kwalitatief goed onderwijs te leveren en hoe ziet het er in de toekomst uit? En daarin niet alleen je eigen wensen meenemen, maar ook die van de school. Daar zijn een gedegen planning en beleid voor nodig. “Blijft uitdagend, want de korte termijn vraagt soms andere dingen van ons. Daarom is het strategische deel ook zo van belang”, vult Onno aan. “In het HRMbeleid van een stichting kan bijvoorbeeld staan dat ze over vier jaar voldoende leerkrachten willen hebben. Dit gaat over kwantiteit, maar de kwaliteit is misschien nog wel belangrijker. Hoe kunnen scholen er strategisch voor zorgen dat ze dit doel met elkaar bereiken? Daar komt professionalisering om de hoek kijken. Dat kan van hoog over tot hele praktische professionalisering zijn. Als schoolleider voer ik daar jaarlijks gesprekken over zowel met mijn college van bestuur als met mijn team. Als we weten wat er nodig is om de volgende stap te kunnen zetten, bekijken we welke budgetten er zijn.”
Schoolleiders aan zet
Het ministerie van OCW geeft voorbeelden hoe je HRMbeleid strategisch kunt implementeren. Zonder dat we daarbij in de weg willen staan van de autonomie van de scholen, zegt Poem ter Mors, senior beleidsmedewerker voortgezet onderwijs. “We weten bijvoorbeeld dat goede schoolleiders een cruciale rol spelen bij een succesvol HRMbeleid. Vanuit het ministerie zijn we daarom heel blij met onze samenwerking met de praktijk en onze partners, zoals de VOraad en de bonden, die plannen maken voor het professionaliseren van deze beroepsgroep. Zoals sinds kort de mogelijkheid voor schoolleiders om met een schoolleidersbeurs een masteropleiding te volgen.” De afgelopen jaren zijn er grote stappen gezet op het gebied van professionalisering, ervaart ook Anne. “Sommige scholen zijn daarmee al heel goed op weg en daar leren we bij het ministerie weer van. Dat geven we op onze beurt weer terug aan de praktijk. Het is echt een wisselwerking.”