Een groot deel van de schoolleiders en bestuurders neemt jaarlijks deel aan (voortgaande) activiteiten, van kort- tot langlopende activiteiten. Schoolleiders ondernemen vooral zelfstudie, learning-on-the-job en cursussen, terwijl bestuurders vaker kiezen voor netwerkleren, zelfstudie en intervisie. Activiteiten zijn vaak gericht op zelfinzicht in eigen waarden en ambities, visievorming, onderwijsontwikkelingen en de ontwikkeling van medewerkers.
Het overgrote deel van de schoolleiders en bestuurders is tevreden over de begeleiding die zij van hun leidinggevende ontvangen op hun ontwikkeling. Uit de monitor blijkt echter dat er in scholen vaak geen harde afspraken worden gemaakt over de ontwikkeling van schoolleiders. Dit kan tot gevolg hebben dat schoolleiders uit het middenmanagement sturing en een kader van hun leidinggevende missen.
Hoewel men over het algemeen voldoende mogelijkheden ziet voor hun ontwikkeling zijn er ook belemmeringen, zoals tijdgebrek en de waan van de dag. Dit komt vaker voor bij schoolleiders uit het middenmanagement dan bij eindverantwoordelijke schoolleiders. Ook is er verbetering mogelijk in het creëren van een lerende cultuur op de scholen.
Door de coronacrisis lijken schoolleiders meer geneigd kortere activiteiten te volgen en meer intern (binnen de eigen school/organisatie) te ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt echter dat juist langdurige activiteiten, zoals leergangen en intervisietrajecten, meer impact hebben op de ontwikkeling van schoolleiders.
De monitor van de VO-raad biedt dus waardevolle inzichten in de ontwikkeling van schoolleiders en bestuurders. Het is belangrijk om hier als onderwijsprofessional bij stil te staan en te kijken hoe dit binnen de eigen organisatie vormgegeven kan worden. Welke afspraken worden er gemaakt over ontwikkeling en hoe kan er een lerende cultuur gecreëerd worden? Door hiermee aan de slag te gaan, kunnen we als onderwijssector blijven groeien en ontwikkelen.